Vertaal
Vertalingen gissing maken NL>FR
gissing maken (ww.) conjecturer (ww.) ; deviner (ww.) ; estimer (ww.) ; faire une expertise (ww.) ; présumer (ww.) ; présupposer (ww.) ; spéculer (ww.) ; supposer (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `gissing maken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: raden